Een foetus groeit in de baarmoeder en op een bepaald moment zal het zijn weg volgen naar de baarmoeder via het geboortekanaal. De volgende stap is dat de baby geboren is.
De bevalling ontstaat doordat de baarmoeder zich samen trekt, beter bekend als weeën, waardoor de het lichaam ook zorgt dat de baarmoedermond zich zelf aanpast (ontsluiting). Het breken van de vliezen is ook teken dat de bevalling in aantocht is. Door het breken van de vliezen zal er ook vruchtwater vrij komen en het lichaam van de vrouw verlaten. Soms is het niet erg duidelijk dat vruchtwater vrij komt.
Dit kan gebeuren bij vliezen die hoog in het lichaam zitten en hierdoor zal het vruchtwater druppelsgewijs het lichaam verlaten. Na het breken van de vliezen beginnen de weeën. Het kan ook voorkomen dat, wanneer de vliezen gebroken zijn, de weeën niet op gang komen. Om te voorkomen dat er infectiegevaar optreedt, zal men de bevalling inleiden 24 tot 48 uur na de eerste weeën.
Bij het begin van de bevalling is het verliezen van slijmprop, die voor de baarmoederhals zat, de eerste kenmerk. Deze slijmprop ziet er bloederig uit. Dit is meteen ook het teken dat de ontsluiting is gestart, tegelijkertijd dient men rekening te houden dat dit eventueel het gevolg kan zijn van een eerder gedane inwendig onderzoek. In het beginstadium is het dus nog niet zeker dat de bevalling voortgezet wordt. Dit zou nog een aantal dagen kunnen duren.
